Het dagelijkse leven onder artillerievuur

Donbass lijdt al acht jaar onder de oorlog. Aanvallen door Oekraïense bataljons nemen toe

Bron: Guillermo Quintero, Lugansk
junge Welt 4 april 2022 ~~~

Reizen naar de Donbass-regio is niet gemakkelijk en is dat de afgelopen jaren ook niet geweest. Momenteel moeten in de eerste plaats de vliegbeperkingen worden overwonnen, waardoor het moeilijk is de regio te bereiken, evenals de maatregelen om de verspreiding van SARS-CoV-2 te voorkomen. Men moet verschillende vervoermiddelen nemen, kilometer na kilometer, totdat men de grenzen van de “volksrepublieken” bereikt. Voeg daarbij de moeilijkheden bij het naderen van een oorlogsgebied, zoals half verwoeste wegen, ontelbare controleposten en wegversperringen, het omzeilen van uitgaansverboden en het vinden van een plaats om te overnachten of met internettoegang.

De Donbass-regio in het zuidoosten van Oekraïne lijdt al acht jaar onder een van de oorlogen die in de westerse conventionele media in de doofpot worden gestopt. Toen ik hier in 2018 voor het eerst kwam, kon ik nauwelijks geloven dat de regio’s Lugansk en Donetsk, met hun bijna zes miljoen inwoners, bijna dagelijks met artillerie werden beschoten – een schending van de akkoorden van Minsk I en II, die het conflict hadden moeten beslechten – zonder dat iemand van buitenaf daar iets van merkte.

Ongeveer 14.000 mensen werden gedood en een niet nader gespecificeerd aantal gewond en verminkt, waaronder veel kinderen. Duizenden huizen en hele steden zijn verwoest, en de infrastructuur in het algemeen – water, elektriciteit, wegen en meer – is ernstig aangetast en beïnvloed door het conflict.

We komen ’s avonds aan in Lugansk, net voor de avondklok ingaat, en verblijven in een hotel in de stad. De volgende dag zijn de straten, die de nacht tevoren verlaten waren, gevuld met leven, auto’s en mensen. Het geeft de indruk dat er hier geen oorlog is, maar dat is slechts een illusie.

We praten met Alexei Albu, een 36-jarige uitgever en vluchteling uit de regio Odessa, die het begin van het conflict na de zogenaamde Euromaidan aan den lijve heeft ondervonden. Wat toen als een protest begon, ontwikkelde zich tot een gewelddadige en ultrarechtse beweging. Albu zegt dat hij aanwezig was toen op 2 mei 2014 fascistische groepen volgens hem een grote provocatie en botsingen organiseerden met arbeiders en linkse groepen ter herdenking van de Dag van de Arbeidersstrijd, en uiteindelijk het vakbondsgebouw in Odessa aanvielen en in brand staken. Organisaties als de Verenigde Naties spreken van wel 48 vakbondsmensen en activisten die aan de kant van links in Oekraïne zijn vermoord, waarbij Albu aantekent dat het werkelijke dodental uiteindelijk nog hoger is uitgevallen. Deze gebeurtenissen hebben tot verontwaardiging geleid in verschillende regio’s van Oekraïne, waar onafhankelijkheidsreferenda of plebiscieten over aansluiting bij de Russische Federatie werden gehouden. De Krim koos voor annexatie bij Rusland, de Donbass-regio’s stemden voor onafhankelijkheid.

In die tijd werd Albu vervolgd wegens zijn lidmaatschap van de Komsomol (de communistische partijjeugd). Hij zegt dat hij was gewaarschuwd dat zijn arrestatie en deportatie op handen waren, en dat hij daarom besloot te vluchten. Hoewel de Oekraïners in het Westen en het Noorden andere historische en culturele referenties hadden dan hij maakten procedures zoals verkiezingen, die voor vertegenwoordiging zorgden vóór de inmenging van het Westen, het mogelijk om ondanks alle verschillen samen te leven. Later was hij medeoprichter van de linkse partij “Borotba” (Strijd), maar die staat nu op de lijst van partijen die onlangs door president Volodimir Selenski zijn verboden.

In Kirovsk, praten we met de burgemeester, Viktoria Ivanovna Sergeyeva. Op weg naar haar kantoor merken we dat haar team voornamelijk uit vrouwen bestaat, er heerst een grote rust en hartelijkheid. Ze is een slanke vrouw met een kalme maar krachtige stem. Zij vertelt ons over de bombardementen op de burgerbevolking, waarop wij haar vragen het interview ter plaatse af te nemen. Zo kunnen we de schade van dichtbij zien. Sergeyeva stemt toe en leidt ons naar een van de aangevallen buurten.

Hoewel we nog kilometers van het front verwijderd zijn, onderbreekt het gebrul van explosies ons gesprek, gevolgd door geweervuur in de verte, tenslotte een salvo van wat klinkt als een “Katyusha” raketwerper. De burgemeester knippert niet eens met haar ogen, ze spreekt heel kalm. Achter haar staat een huis dat half verwoest is door een explosie. Sergeyeva zegt dat er een hele familie binnen was toen de granaat insloeg. Gelukkig werd niemand gedood, maar het gezin moest in het huis blijven omdat er geen andere plaats was om naartoe te gaan. Bovendien zijn de artillerie-aanvallen door Oekraïense neonazi-bataljons, die nu deel uitmaken van het Oekraïense leger, de laatste weken toegenomen.

Wanneer we terugkeren naar het stadscentrum, leidt de burgemeester ons naar een schuilkelder, een donkere plaats met veel stoelen. Overal hangen affiches met instructies over hoe men zich moet gedragen in verschillende situaties of in geval van aanslagen. De oorlog is nabij, en als we de bunker verlaten – waarvan ze ons vraagt geen aanwijzingen te geven over de locatie – horen we opnieuw explosies, ditmaal iets verder weg. “Dat zijn de fascistische bataljons,” zegt Sergejeva, terwijl granaten zo’n vier kilometer verderop vallen – wie weet bij wat.

Topfoto: Bezorgdheid om bijna 30.000 inwoners: burgemeester Sergejeva toont een verwoest flatgebouw in Kirovsk (29.3.2022)

Guillermo Quintero is filmmaker en doet voor junge Welt verslag vanuit Oekraïne.
De berichtgeving van het dagblad “junge Welt” is anders over het vredesvraagstuk of over sociale bezuinigingen. Het bevat feiten, achtergrondinformatie en analyses. Het online-abonnement is ideaal om onderzoek te doen en op de hoogte te blijven. Daarom: neem nu een online abonnement!


Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven